Oma's wandeling

Gepubliceerd op 23 april 2025 om 20:57

Elke ochtend om precies negen uur deed oma Anna haar jas aan, pakte haar stok, en ging ze op pad. Ze hield van wandelen door het park, even zwaaien naar de buren en de vogels voeren bij de vijver. Alleen wonen vond ze fijn — maar haar kinderen maakten zich soms zorgen.

“Wat als je verdwaalt, mam?” vroeg haar dochter Marloes voorzichtig.

Anna glimlachte. “Ik wandel hier al dertig jaar.”

Toch gaven haar kinderen haar iets kleins, lichts en bijna onzichtbaars: een GPS-tracker. “Voor het geval dat,” zei haar kleinzoon Sam met een knipoog. Anna vond het onzin, maar ze hing het apparaatje toch aan haar sleutelhanger. “Ach, vooruit dan.”

Tot die ene dag. Anna nam per ongeluk een ander paadje, verdwaalde in een nieuwe wijk en merkte dat ze haar oriëntatie kwijt was. Haar telefoon was thuis blijven liggen. Ze ging op een bankje zitten en zuchtte.

Nog geen tien minuten later stopte er een fiets voor haar. “Oma!” riep Sam bezorgd, “We zagen dat je niet meer bewoog op de kaart. Alles goed?”

Anna keek verbaasd. “Hoe wist je waar ik was?”

Sam grijnsde en tikte op het GPS-apparaatje. “Trackertje. Je liep buiten je bekende zone. We kwamen meteen.”

Anna keek naar het kleine apparaatje in haar hand. Plots voelde het niet meer als controle, maar als een warm dekentje. Als een onzichtbare hand die altijd mee wandelde.

Vanaf die dag droeg ze het met trots. Niet omdat ze bang was — maar omdat ze wist: ik ben nooit echt alleen.